
Verslag van een ontluisterend en onprettig gesprek bij Gemeente Gooise Meren.
Enige tijd geleden mocht ik dan eindelijk op audiëntie bij het gemeentehuis van Gooise Meren; een muisgrijze door de aarde opgeboerde Führerbunker, op wiens perceel, voor de fascisten aan de macht kwamen in het Gooi, een prachtige kakelbonte villa schijnt te hebben gestaan.
Met verende tred nam ik de betonnen treden naar de top van de Gooise Olympus. Hiep hoi, het heerlijk avondje was gekomen.
Het feest van de lokale democratie!
Hét ontmoetingsmoment waarin ik alsnog, entre nous, met de gemeentegoden van gedachten mocht wisselen over de geplande noodopvang voor tandartsen, dichters en hersenchirurgen op het Hocras terrein aan de Franse Kampweg.
Een besluit dat ons, buurtbewoners, nogal rauw op het dak was gevallen, omdat wij het besliste voornemen ons te vergasten op een legioen COA kroonjuwelen, uit beduimelde appgroepjes en tante Jannies Facebookpagina moesten lezen. En alles geheel buiten ons en zelfs de gemeenteraad om, was bekonkeld en beslist.
Ik had me speciaal voor de gelegenheid niet aangemeld, omdat ik heus weet dat ze me “kennen”, na mijn vorige column over deze saillante kwestie. En ik wilde uiteraard de verrassing erin houden. Wel zo gezellig.
Nou de surprise was geslaagd.
Waar andere groepjes Bussumse burgers keurig werden verdeeld onder de grijze vleugels van derderangs ambtenaren met zeggenschap over perkjes of vuilnisbakken, viel ons groepje, dat aanvankelijk werd voorgezeten door een boertige mijnheer die het midden hield tussen een politiebrigadier en een middelbare schoolconciërge, de eer te beurt, gezelschap te krijgen van een heuse VVD wethouder, type Prius verkoper met puntschoenen, die mij, curieus, al van naam kende, zonder dat we elkaar ooit hadden ontmoet.
En om het feest compleet te maken schoven ook de communicatieguru van Gooise Meren en een COA mevrouw aan, die wat later binnen kwam vliegen, waarschijnlijk omdat haar bezemsteel klem zat in haar fietsenrek.
Wat een eer!
Ik zal jullie het volledige gespreksverslag besparen.
Stel je eenvoudig voor dat je een uur in een emmer snot staat te kletsen, vol palingen die alle kanten op kronkelen om welke verantwoordelijkheid dan ook van zich af te laten glijden.
Voor dat doel ging het volledige register aan schijnbeloftes, hele leugentjes, halve waarheidjes, onbegrijpelijke politieke ambtelijke formules en politieke trucjes open. En zodra het moeilijk werd verschanste men zich triomfantelijk achter één van Ruttes laatste giftige appeltjes voor de Nederlandse burger; de spreidingswet.
Opvallend was de kramp bij het drietal om alles zo vaag mogelijk te laten. Elkaar lustig tegen te spreken en dat dan te ontkennen. Van niets te weten als het precair werd en vooral helemaal niets te beloven.
Dus onderbrak ik het gezellig voortkabbelend gesprek met één vraag.
“Wie is er eigenlijk verantwoordelijk, als er straks een kind met de broek op de knieën, in de berm van de sloot bij Station Bussum Zuid wordt aangetroffen?”
Geen denkbeeldige vraag voor een vader van een prachtige dochter van 16, na de gebeurtenissen in Budel met een meisje van 15, dat onlangs werd aangerand door een Levantistische kansentroetel.
De gezichten verstarden. En de boertige conciërge greep al bijna naar zijn dienstLuger.
Hoe durfde ik dit te vragen!?
Het lef.
De sfeer was ineens volledig verpest.
En daarom verdubbelde ik de inzet maar en wees ik de rood aangelopen VVD wethouder er fijntjes op dat “aangezien de beslissing voor de noodopvang, buiten bewoners en de raad om was genomen, die verantwoording toch echt uitsluitend bij het college lag”. Bij hem dus. En bij niemand anders.
Geen verrassing dat hij in zijn minder sympathieke antwoord fijntjes het woord “intimidatie” lispelde.
Bestuurders aanspreken op hun verantwoordelijkheid, valt immers tegenwoordig al snel onder opruiing.
Daar ging de sfeer!
Zeker toen ik, bij uitblijven van een duidelijk antwoord op de verantwoordelijkheidsvraag, het waagde deze woordelijk te herhalen, waarop de boertige conciërge ontplofte in woede en eiste dat dit onderwerp niet meer werd aangeroerd. Want anders!
Ik zag mezelf al liggen met een gebroken voorgebit op het betonnen voorportaal van de gemeentebunker, maar één en ander liep met een zoveelste aantekening in mij dossier af. Met een sisser zogezegd! Wat natuurlijk niet zo vreemd is in gezelschap van slangachtigen.
Verder trof mij vooral de COA dame, als een onappetijtelijke, arrogante figuur. Onaantastbaar en grimmig. Zo iemand die je met een vals, lieflijk stemmetje vertelt dat “Nederlanders toch ook misdaden plegen”. En “dat haar edele troeteldieren er gewoon bij dienen te horen en niets in de weg mag worden gelegd”.
Totaal ongevoelig voor onze zorgen. Iedere vraag ombuigend naar een antwoord met tips hoe wij konden helpen haar fijne schatten liefdevol op te vangen.
En warempel zaten er een paar dorre kinderloze Groen Links stofnesten in ons groepje die, al welkóóóóm zingend, reikhalzend uit leken te kijken, om te gaan klaverjassen en kantklossen met het nieuwe Afrika Korps van mevrouwtje COA.
Bussum was niet voor niets de grootste NSB gemeente, moet u weten.
Ach. Het COA. Een gezwel dat lustig metastaseert, groeit en uitdijt, onder leiding van Milo. Ook een VVD er en oud Burgemeester van Bussum. Een juichend carcinoom gevoed door de suikers van ons belastinggeld. Maar als het aankomt op het nemen van verantwoordelijkheid niet thuis geeft.
Als het aankomt op futiliteiten als veiligheid voor kinderen en het voorkomen van stammenoorlogen, schieten ze, kwaad kijkend, weg achter iedere lantarenpaal of onder de eerste natte stoeptegel die ze kunnen vinden.
Dan wordt er een onnozel Golem gezichtje opgezet. Dan is de teneur “wij zijn machteloos, wij kunnen niks, we hebben heel weinig geld, wij worden ook maar gestuurd”.
Een juichende “two girls one cup cocktail” van leugens, bedrog, misleiding en intimidatie. Onbereikbaar, ongenaakbaar. Zich altijd gedekt wetend door de macht.
Of het nou in Bussum is, Best, Budel of waar dan ook in Nederland; omvolking staat bovenaan de prioriteitenlijstjes.
En alles moet ervoor wijken.
Met een eenduidigheid, een organisatiegraad en een fanatisme dat mij persoonlijk sterk doet denken aan een andere periode in onze recente geschiedenis.
Alleen rijden de treinen nu naar het westen in plaats van het oosten.
Omvolking. Ze geven er miljarden van ons belastinggeld aan uit, ze liegen en bedriegen. Ze verraden hun buren en dorpsgenoten ervoor. Ze schuilen achter elkaar, met wonderlijke zinsconstructies en omzeilende antwoorden. En als je ze klem zet met feiten, zien ze dat slechts als een mening, die je natuurlijk mag hebben, maar waar ze niks mee gaan doen. Het moet!
En het zal, maar niemand weet waarom.
Ik heb er een heel slecht gevoel over.
Een zonderlinge twitteraar zei er ooit het volgende over.
“Niemand stelt de vraag meer, waarom ons land van het kleinste dorp tot de grootste stad moet worden afgeladen met mannelijke Afrikanen van militaire leeftijd.
Ik stel de vraag ook niet meer. Want ik weet het antwoord al. Dat antwoord zie je in de sterreclames. Ze zijn er om lieve Duo Penotti kindertjes te maken als de Nederlandse jongens door de vleesmolens worden getrokken.
Ik kan geen andere reden bedenken. Ze zijn bewust en gepland hierheen gehaald, worden strategisch door het hele land verspreid, hebben verder geen werk of doel of reden om hier te zijn. Ze hebben geen economische waarde, behalve dat de meesten duidelijk militair zijn geweest of nog steeds zijn.
Als je het mij vraagt… Het zijn geen vluchtelingen. Het zijn omvolkingssoldaten.
Ja lieve gemakzuchtige, slappe, goedgelovige Nederlanders, we worden omgevolkt. Al vele jaren. Bewust en systematisch. wat ons overkomt heeft niks met zielige vluchtelingen of getraumatiseerde oorlogsslachtoffers te maken. Nederlanders moeten gewoon oprotten uit Nederland. Duitsers uit Duitsland. Ieren uit Ierland enzovoort.
We worden vervangen.
Gisteren was ik op een protestbijeenkomst bij het gemeentehuis. Samen met Ari.
En wij twee, waren, naast veel directe omwonenden en inwoners van Hilversumse Meent, de énige bewoners van mijn wijk. Het chique Spiegel vol villa’s en hockeymeisjes in korte rokjes. Dé wijk die binnenkort krioelt van de kansenparels, welgemoed op weg naar de klaverjasavondjes van ome Kees en de kantklosles van tante Bep.
Ik hou mijn hart vast voor de chique mensen die er niet bij waren gisteren, maar ik bewaar mijn medelijden, mocht die nodig zijn, voor anderen, die in ieder geval een poging deden deze ramp te keren.
Vind je mijn werk mooi of zelfs belangrijk? Support mij dan alsjeblieft hier!
Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

























