Page 2 of 8

We laten ons niet langer kortwieken. Vanaf morgen gaan we vliegen. Samen.

“Here once the embattled farmers stood. And fired the shot heard round the world.”
Ralph Waldo Emerson.

Aan Nederlandse Boeren en Burgers, 

Truckers, Dokwerkers, 

Vissers en Zeelieden, 

Artsen en Wetenschappers, 

Journalisten en Columnisten, 

Bouwvakkers en Kakkers.

Aan alle Pastoors, Dominees, Wappies én Wouten en aan die enkele politici die de euvele moed hadden het aanbod dat niet geweigerd mocht worden, toch af te slaan. 

Aan iedereen die wakker is. 

Continue reading

Protesteren helpt niet. Smeken al evenmin! Demonstreer hoe onmisbaar onze boeren zijn.

Gisteren schreef ik een kritisch draadje op twitter over de boeren en hun kansloze campagne tegen een overheid die ze over de kling wil jagen.  

Mijn punt?

De boeren, maar ook wij de burgers, moeten dringend ophouden spelletjes te spelen, waarvan onze Nemesis niet alleen de regels opstelt, maar deze ook tijdens het spel aanpast naar believen.

Continue reading

Soms zijn voorspellingen te krankzinnig voor woorden. Tot ze uit blijken te komen.

But as the days of Noah were, so shall also the coming of the Son of man be. For as in the days that were before the flood they were eating and drinking, marrying and giving in marriage, until the day that Noe entered into the ark. And knew not until the flood came, and took them all away; so shall also the coming of the Son of man be.

Om als profeet door het leven te gaan, hoef je geen Ezechiël of Jeremia te zijn. Ook een eenvoudige boerenlul, kan zichzelf die gerafelde mantel aanmeten. 

Continue reading

Een Oranjefeestje is geen keuze, als de Koning van schaamte rood zou moeten kleuren. 

Hoewel ik de dronkemansavonturen uit mijn studententijd doorgaans liever in de borrelende doofpot houd en mijn drang tot discretie, doorgaans succesvol vecht met mijn instinct jullie te amuseren, voel ik me, nu ik gisteren in “Botsende Wereldbeelden”, een opmerking maakte over Koning Willem Alexander en zijn door mij versmade verjaardagsfeestje, toch geroepen een lollige, wellicht zelfs waargebeurde, in liters bier verzopen anecdote met jullie te delen. 

En ik doe dat graag in Tonke Dragt stijl. Met een brief aan de koning.

Continue reading

Horrible great news from Holland.

Gideon defeats the Midianites

An open letter to Scott Kesterson, BardsFM.

Dear Scott, this is the third message i write to you from The Netherlands, the country, for which I mourn.

My country, small and flat, not so long ago, free and strong, fertile and fruitful, once inhabiting a tough, stubborn and innovative folk, that mastered its marshes, the many rivers, the clays and sands and even conquered the seas. Not only the North Sea flooding our shores, but all seven of them. 

Continue reading

Een straf bakkie met Bergsma en Bennink.

Al weken probeer ik in het drijfzand van leugens, propaganda, hysterie en schuivende panelen, een onderwerp te vinden waar ik een wat groter stuk voor jullie, mijn geliefde lezers, op kan baseren. 

Maar net zoals dat je in een voortjagende sneltrein het landschap niet kan schilderen, gaan de ontwikkelingen mij te snel en word ik door te veel haakse bochten heen gesleurd, om de chaos in kaart te kunnen brengen, het slagveld te overzien, op een betere manier dan in de laatste twee stukken die ik schreef. 

Continue reading

Terwijl wij elkaar de kop inslaan, speelt de duivel lachend met onze ballen.

Een goed stuk schrijven in een spiegelpaleis waarin alles per uur schuift, iedereen LSD lijkt te hebben geslikt, waar menigeen bloedschuim op de mond krijgt zodra je het theaterstuk van de dag, dat met een razendsnelle decorwissel verandert van een dodelijke pandemie in een patatje kernoorlog, niet tot de letter volgt, is niet eenvoudig, maar ik ga het toch proberen. 

Het mooiste boek dat ik ooit las, behalve wellicht de Bijbel, is ‘Master and Margarita’. Drie kunstig verstrengelde delen, geschreven door de getormenteerde, dissidente grootmeester Michael Boelgakov, die tijdens zijn leven een zwierende dance macabre leidde met Iosef Dzjoegasjvili, Stalin, de stalen duivel zelf. 

Continue reading

Oorlog met Rusland? Hans, we are the Baddies.

Als “staatsvijand nummer één” kijk ik ieder jaar op 9 Mei, de Parade, waarmee Rusland de overwinning viert op de Nazi’s in de Grote Vaderlandse Oorlog. De indrukwekkende herdenking van het onmetelijke bloedbad dat ons vrijheid bracht, waar de Sovjets met miljoenen tegelijk, de hoogste prijs voor betaalden; dertig miljoen soldaten, piloten, matrozen, omaatjes en meisjes met linten in hun haren, gingen zonder meedogen door de vleesmolens van de hel.

Continue reading

Twitter is een zielsgevangenis. En vandaag ben ik bevrijd.

Het is weer zover.

Na een jaar @janbenninkcom heeft het Twitter behaagd, om mijn 6e account zonder waarschuwing of enige opgaaf van redenen te nek om te draaien.

Vervelend, maar even afstand nemen van twitter is zo slecht nog niet. 

Twitter is een intelligence sandbox, waar dissidenten en afvalligen, door de powers that be, eenvoudig kunnen worden ingedeeld en waar geruisloos zoemende intelligence programma’s, minutieus contacten, netwerken en uitingen in kaart brengen. Beria’s droom.

Continue reading

Waarom dit niet het moment is om in slaap te sukkelen, maar de tijd om op te staan!

Dag en nacht wacht ik op jullie, strijders!

Sinds een paar weken leven veel mensen tussen sprankjes hoop en opgepookte vrees. Onze wereld, het schouwtoneel van doldwaze twisten in het narratief. Potsierlijke slagen in het wiel, waar wij onze machthebbers en hun medialakeien, hobbelend en slingerend, traag op voort zien fietsen.  Het narratief is niet verbogen, maar vertoont regelrecht scheuren in het metaal. 

Continue reading

De Sintelende Dwarrel.

Les Visions du Chevalier.

Zijn wij gezwicht? 

Gedoofd? 

Verzoet?

Of schuilt daar, schemerend in het roet

een sprankje dat de as trotseert?

Eén vonkje schier ontembaar licht,

zwerft zoekend door de kolenkloven,

wervelt, tastend naar vers hout,

maakt dorre as tot gloeiend goed.

Ontsteekt het vuur dat in ons woedt. 

En verjaagt het zwarte licht,

Zij verzengt tirannen in haar gloed.

De Sintelende Dwarrel.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.

Als we weer willen leven, moeten we onze navelstreng door durven knippen.

Deze krankzinnige afgelopen jaren doen me denken aan een ellenlange bungee jump. 

Het is alsof we met onze voeten in een strop, pardoes de diepte werden ingeworpen, aan een navelstreng van elastiek.

Van het onschuldige levenslicht, met duizelingwekkende vaart richting een inktzwart aangekondigd onheil.

Van de brug geduwd door een man die we achteraf geen seconde onze rug hadden mogen toekeren.

Een klerk met een apenlachje. 

“Gebeurt dit allemaal echt?”

Van het ene moment op het andere, tolden we in doodsangst loodrecht richting de kale rotsen, met daartussen, ver in de diepte, wat schaapjes en kalfjes als stipjes in de wei naast een kolkend beekje.

We gingen allemaal dood. 

Maar net toen we zeker wisten dat onze kruin zou splijten op een steen en alles voorgoed verloren zou zijn, trok het bungee koord ons terug.

We schoten recht omhoog, openden onze ogen en knipperden tegen het licht.

We waren niet gestorven aan een virus.

Alleen doodsbang gemaakt.

En in een flits zagen we de vale schimmen op de brug. 

Voor het eerst recht in het gezicht.

Een glimp van hun ijskoude ogen.

Zwarte gaten zonder mededogen. 

En zo vielen we weer terug de diepte in. 

Keer op keer.

Stuiterend tussen hoop en vrees op de energie van het ongeloof.

Verward slingerend tussen de chaos van deltavariant en staatsdwang, 

avondklokken, vaccins en politieknuppels.

Op en neer tussen draconische lockdowns en de verraderlijke schijn van vrijheid.

Iedereen die we ooit vertrouwden was ineens acteur. 

En de wereld die wij dachten te begrijpen, werd een decor van alle griezelfilms tegelijk. 

Maar na iedere val veerden we terug en zagen we duidelijker hoe we werden bedrogen. Door wie.

En waarom.

Dat was achteraf ook niet zo moeilijk. Ze schreeuwden het spottend, recht in ons gezicht. 

We konden hen alleen maar niet geloven.

Dat de betere wereld die zij terug wilden bouwen, een wereld was zonder de ademstoot van onze kinderen. Dat ze zero footprint wilden op hun maagdelijke stranden.

Zero carbon, behalve mat glanzend op het stuur van hun Ferrari’s. 

Hun leugens werken niet meer. 

Hun smoesjes vallen dood op onze trommelvliezen.

De spanning is weg, de angst waar zij op groeiden is verdwenen.

Het elastiek van leugens en deceptie is zijn kracht verloren.

Maar nu bungelen wij daar nog in limbo. Zachtjes in de wind.

Gedwongen luisterend naar het gekrijs van boven.

Op onze kop, kronkelend als wormen aan een haakje.

Een paar meter boven het kabbelende water in de vallei.

De hemel boven, de hel beneden.

Of is het andersom?

Voor het eerst in lange tijd horen wij de vogels zingen.

Zien de schoonheid van de beesten, grazend onder ons.

Voor het eerst voelen we de warmte van de zon die dampend weerkaatst op het natte gras.

Ineens doen onze zintuigen weer, waarvoor God ze ons heeft gegeven. 

Verdoofd en verblind als ze waren, door het gif en de leugens van alledag.

Daarom immers springen mensen aan een elastiek van een brug of een hijskraan, 

om opnieuw hun levenskracht te voelen.

Als wij willen leven als nooit te voren, rest ons maar een ding.

Tijd om ons te bevrijden uit het navelstreng van leugens en misleiding.

We maken een sierlijke salto en laten ons vallen.

Het beekje onder ons is vast en zeker diep genoeg.

Op hoop van zegen. 

For God hath not given us the spirit of fear; but of power, and of love, and of a sound mind.

II Timothy 1 –

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.

Dit wordt onze eerste kerstmis. De geboorte van het licht.

Keurig vierde ik mijn hele leven kerstmis, maar wát vierde ik toch al die tijd precies? 

Was het de partymix van Germaanse vruchtbaarheidsrituelen en een door de kerstster verholen verering van Sirius en de drie koningen van Orion?

Dat tergend lange weekend van files en verveling, opgefluft door mierzoete kerstfilms, bedolven onder een vette laag Postcodekanker, met Humberto Tan, Wendy van Dijk en andere uitgedoofde sterren uit een goddeloos stalletje, poserend voor een ronkende vrachtwagen, hun broze neuzen ondergedompeld in een dun laagje poedersneeuw?

Smaakte het kerstdiner goed? Dat geprop, in een tijd en werelddeel, zonder honger of gebrek, terwijl twee uur vliegen verder, kinderen in hun kribbetje werden gebombardeerd door drones en zuigelingen die geen stalletje konden vinden wegteerden, zonder rijst en schoon water?

Was het symbool van het feest niet handig doorgeschoven naar een door reclamebureaus bedachte, obese kinderlokker, schuddebuikend om de jaarwinst van fosforzuur producent Coca Cola Company?

Smaakte het bittere vlees van al die diertjes, die zich een paar jaartjes wild mochten wanen?

Net zo vrij als wij? 

Voelde het goed, het verorberen van al die schapenboutjes, om het lam Gods te vieren? 

Het geheel overgoten met een mierzoete coulis van Mariah Kerrysaus van de Jumbo.

Hoe kun je het licht zien, als je volgestouwd bent als een slachtgans?

Was het verheffend, die spreekwoordelijke familieruzies, na dat jaarlijkse jaar van opgekropte frustratie en ergernissen?

Vrede op aarde? Die goedkope Champagneflessen die we traditioneel het liefst op elkaars koppen kapot zou slaan? In de mensen een welbehagen?

Festen onder de Mistletoe. Jaar in Jaar uit?

Wat was kerst meer dan mis; een van God en allerheiligen verlaten feest?

Dit jaar heb ik een ander gevoel bij Kerstmis. En ik hoop, jullie ook.

Want voor het eerst zie ik die essentie waar ik mijn leven lang naar heb gezocht.

Dit jaar vier ik de geboorte van de verschoppeling, de verzetsstrijder, de onverzettelijke martelaar, die een koning werd. 

Het kind in kou en soberheid ter wereld gekomen, vanaf de eerste schreeuw, naar het leven gestaan door een demonische overheid. Zoals onze kinderen nu. 

De komende dagen eer ik Jezus Christus, in een feest van de geest en licht. Van sobere schoonheid en warmte. 

En het besef van onmetelijke rijkdom als vader van prachtige kinderen en zoon in een familie van goede mensen.

Dit jaar schuilen we bij elkaar. En smeden we een nieuw verbond onder God, tussen oude en nieuwe vrienden.

En vergeven we degenen die niet zien wat zonneklaar is,

omdat angst en ongeloof, nog als dikke gordijnen voor hun ogen hangen.

Zij die niet vonden wat ze zochten of nooit begonnen zijn met zoeken.

Dit jaar zijn we dankbaar voor de kleine wonderen. 

De kool in het veld. 

Het hout in het bos. 

Het huppelen van een kind. 

De warmte van het vuur. 

We zoeken onze wortels en ontdekken weer hoe we zelf worteltjes kunnen planten, zoals onze voorouders dat deden.

We koesteren deze dagen waarin de geboorte van het goede, een pas de deux danst met het licht, dat onvermijdelijk de demonen zal verdrijven, 

Hoe ze ook blazen en sissen.  En hoe ze ons dit feest met list en bedrog, met angst en alle geweld willen afnemen, omdat zij wél al die tijd beseften hoe groot de betekenis is.

En hoe gevaarlijk het voor ze kan zijn als wij het zien. 

Hun misbaar maakt op mij geen indruk meer.

Hun tijd raakt op.

Wij hebben ons hele leven nog in eeuwigheid. 

Dit jaar vieren we het licht dat de duisternis zal verdrijven. 

Een groter geschenk kon ik niet krijgen.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.