Roodwangetje en de Wolf.

In een huisje aan de rand van het Gooise bos woonde eens een lief jongetje, die door zijn ouders “Roodwangetje”, werd genoemd, omdat hij zulke schattige rode appelwangetjes had. Vuurrode koontjes onder eerlijke stralende oogjes. 

Op een dag zei vader, die zielsveel van Roodwangetje hield. “Roodwangetje, Roodwangetje, in het peperkoeken verzorgingshuisje in het bos, wonen oude oma’s en opa’s. Ze hebben dringend gratis kapjes nodig, want ze zijn arm en ziek en zwak. En als jij ze niet snel die mondkapjes brengt, gaan ze dood aan een vreselijke griep.

“Natuurlijk zal ik dat doen voor die arme mensjes, lieve vader,” zei Roodwangetje. 

Hij pakte opgewekt een mandje vol Chinese mondkapjes in. En ging welgemoed op pad, de Bussumer grindweg af, het donkere bos in. De mondkapjes strak onder zijn porseleinen armpjes geklemd. 

Ineens hoorde Roodwangetje zacht geritsel in de struiken. En voor hij er erg in had stond daar een tengere wolf in skinny jeans, grijnzend midden op het pad. Een pratende wolf nochtans. 

“Dag lieve jongen, met je mooie rode wangetjes, waar ga jij naartoe met dat mooie, grote mandje?” 

Dag Wolf, ik ga naar de opa’s en oma’s, die zijn ziek. Ik ga ze gratis mondkapjes brengen en ontsmettende tinctuur.” 

“Wat lief van je, Roodwangetje, jij bent een goede jongen. Maar dat mandje is veel te zwaar voor zo’n klein kereltje. Ik ben toch veel sterker! Weet je wat? Verkoop die mooie mondkapjes aan mij, zodat je voor jezelf lekkere koekjes kunt kopen en bloemetjes voor je moeder. Dan geef ik die mondkapjes weg aan de zieke oma’s en opa’s. Erewoord.” 

Roodwangetje twijfelde. 

Dit was niet wat zijn lieve vadertje had gevraagd. Maar het mandje was inderdaad zwaar, koekjes waren erg lekker en wat zou zijn moesje blij verrast zijn met een ruiker bloemen. 

Hij zei tegen de Wolf. “Ok wolf, ik zal je mijn kapjes aan je verkopen, maar ze kosten wel veel centjes, want mijn favoriete koekjes zijn duur en mijn moedertje verdient geen gewone bloemen, maar een grote ruiker van Bloemenatelier Menno Kroon in de Cornelis Schuytstraat.”

De Wolf twijfelde geen moment en schreef een cheque met zoveel nullen, dat hij zijn ganzenveer twee keer opnieuw in de inktpot, die hij uit zijn windjack haalde, moest dopen. Toen Roodwangetje dat zag, gaf hij grif het mandje met de mondkapjes aan de wolf, die tevreden over zijn spuuglok wreef. 

Ze namen afscheid en Roodwangetje keerde huppelend om, op weg naar het huisje aan de rand van het bos, opgetogen over de mooie bloemen en de vele centjes, waar hij en zijn lieve ouders een veel mooier huisje en misschien wel een Tesla van konden kopen. 

Het was nog flink eindje lopen, maar daar was dan eindelijk het einde van het paadje dat naar zijn ouderlijk huis leidde. Wat zouden vader en moeder blij zijn!

Maar wat was dat? 

Op de schemerige oprijlaan van hun huisje, zag Roodwangetje, allemaal lampjes. blauwe scherpe lichtjes. Wat kon dat zijn? Hij maakte voort en zag het nu beter. 

Voor de deur stonden twee politieauto’s. Een streng agentje stond te praten met zijn vadertje, die op zijn knieën viel van verdriet. 

“Roodwangetje, roodwangetje, wat heb je toch gedaan?”

Roodwangetje was verbijsterd. Wat kon er zijn gebeurd? Hij had toch een goede deal gemaakt?

Toen draaide hij in een flits naar de politieauto, want vanaf de achterbank kwam een bekende stem.

Daar in de schaduw zat de grijnzende wolf, die opa en oma’s in alle vertrouwen hadden binnengelaten, omdat ze een lieve jongen met rode wangetjes verwachtten en geen bloeddorstige wolf, verborgen achter een mondkapje.

De wolf mompelde vals; “Jouw schuld Roodwangetje. Dit is jouw schuld.”

Zijn poten geboeid, zijn buikje rond gegeten…

…en op zijn bebloede bek prijkte een rood kapje.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

8 Comments

  1. Nieuwe Geluid

    4 June 2021 at 11:33

    In een wereld doordrenkt van fabeltjes, kan deze er ook nog wel bij 😉

  2. 👍

  3. Maarten Verschoor

    4 June 2021 at 14:28

    Genieten.
    Sywert is een soort Flipje uit de Betuwe.
    Met zn mandje kersen.

  4. Een schitterend verhaal en met een boodschap natuurlijk.
    En wat je er allemaal wel niet in verpakt.
    Jij eindigt met Roodkapje, ik begon ermee (jij ook denk ik, maar dat staat niet op papier). Zodra het woord “kapje” viel, kwam Sywert in mijn gedachten, omdat ik uit je berichten wist, hoe je daarin staat.
    Dank!

  5. Geniaal!

  6. Bart van Limpt

    5 June 2021 at 13:43

    Toppertje Jan, alles voor de poen bij dat schorem.

  7. Geweldig! En gefeliciteerd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *