Category: Call to action

De tijd van stilzitten is voorbij. We moeten praktisch worden.

Ondanks al ons gepruttel gedragen we ons nog steeds als verlamd, terwijl onze vertrouwde samenleving verder uitteert en onze beschaving wordt ondermijnd en gesmoord door een allesbeheersende, tot in de puntjes georganiseerde ijskoude macht van totale freaks en dickheads. 

We worden weliswaar langzaam en rillend wakker, maar handelen veel te weinig, in het zicht van de waanzinnige lawine, waarvan sommige striemende wolken ons al vol hebben geraakt, maar waarvan de grootste golf nog dreunend op ons afrolt.

Onze eigen toekomst is vrij eenvoudig te voorspellen, voor degenen die, voorbij de poppenkast in de Tweede Kamer, naar de situatie in ooit vrije landen als Canada, Australië, Letland en Oostenrijk durft te kijken. 

We zitten in een van de laatste wagons, maar van dezelfde trein. En die trein raast onverstoorbaar verder. 

Ook hier zijn over niet al te lange tijd, zorgpersoneel, politieagenten, soldaten, ambtenaren, piloten en werknemers van grotere bedrijven, leraren en onderwijzers niet langer welkom op hun werk, zonder een driedubbele frikandel speciaal. 

Ook hier zullen kleine kinderen niet meer naar school kunnen gaan, zonder QR code en een bont geprikte arm. 

En ook hier zijn straks ongevaccineerden en QR weigeraars aangewezen op het internet voor bestellen van eten, vermaak, informatie en het kopen van spullen en warme kleren. Terwijl nu al hardop wordt gepleit om ook dat laatste bastion van vrijheid te koppelen aan hun Ἀριθμὸς τοῦ θηρίου.

Multinationals, aangesloten bij het WEF, laten hun eerste laffe apartheidsballonnetjes op. De eerste winkels hebben het bordje “verboden voor ongevaccineerden” al geplaatst. De Lidl heeft al scan-paaltjes geplaatst. 

De eerste FvD politici zijn al geweigerd om campagne te voeren, omdat zij de niet meedoen aan de medische poppenkast, waar de verkiezingen juist bij uitstek over zouden moeten gaan. Democratie slegs vir geprikten. 

Dat dreumesen zich nu al in de novemberkou moeten afdrogen na hun zwemles, is een heel veeg teken. En wie de slechtheid nog steeds niet ziet, nu in Zwolle, Amsterdam en Rotterdam, de intocht van Sinterklaas met zwarte schermen, onzichtbaar werd gemaakt voor de ogen van ontroostbare huilende kleuters, heeft een hele dikke plaat voor zijn kop.

Ook hier zullen de duimschroeven steeds harder worden aangedraaid en de druk maximaal worden opgevoerd. Wijk na wijk. Deur na deur. Arm na arm. 

Onze hoofden kunnen de wereldwijde sloop van vrijheiden en rechten nog steeds niet omvatten. We stellen nog steeds vragen, waar antwoorden nodig zijn. We blijven protesteren, staken, redeneren en onze verbijstering uitschreeuwen. 

En dat is goed! 

Maar nu is ook de tijd om ons voor te bereiden op wat komen gaat. Ook onze “window of opportunity is rapidly closing” 

We moeten nu praktisch worden. 

Wij zijn teveel “sitting ducks” voor de “sitting dicks” die dit allemaal veroorzaken. 

We moeten nu blikken van verstandhouding wisselen met de mensen die in hetzelfde schuitje zitten. Nu de leidingen en fundamenten leggen voor gloednieuwe huizen en bedrijven. Zodat we, zodra we uit ons vertrouwde baan of sportclub geschopt worden, direct kunnen beginnen met bouwen en in kunnen pluggen in iets compleet nieuws.

En natuurlijk kunnen we dat!

Want de verschoppelingen van binnenkort, zijn de beste, initiatiefrijkste, slimste mensen van nu. Moedige mensen die niet, tegen beter weten in, buigen voor de QR terreur. 

Mensen met een geweten, die bewuste keuzes durven maken, die niet trappen in leugens. Die niet ziende blind blijven, uit gemakzucht en angst. Mensen die de narrow gate zoeken.

Voor hen is één verzamelnaam, een naam waar Nederland ooit groot mee is geworden.

Ondernemers.

De beste piloten en agenten, de beste verpleegsters en brandweermensen. 

Leraren en onderwijzers met een geweten.

De ongehypnotiseerden die het gevaar van de prik en de WEF maatschappij scherp doorzien en daar de consequenties uit durven trekken. 

De zelfstandig denkende mensen komen straks op straat te staan. Een gouden kans.

Zij worden straks gedwongen, om te doen wat ze al heel goed kunnen. Voor zichzelf nadenken, in plaatst van voor de baas of het rijk. En laat dat nou net de mensen zijn waar straks grote behoefte aan is. 

Want ook ongevaccineerden en QR weigeraars hebben straks zorg nodig en monteurs. Maar ook scholen voor de kinderen. Warme kleedkamers. Veiligheid en voedsel. Brandstof en bier, communicatie- en betaalmiddelen en een eigen Sinterklaas.

De hele alternatieve pyramide van Maslow moet in recordtempo worden opgetuigd.

Daarom moeten de professionals die nu angstig wachten op wat komen gaat, elkaar nu al opzoeken en plannen maken. Stoppen met treuren of bang zijn. En samen nu de schouders zetten onder iets nieuws. 

Gideon had 300 strijders nodig om de vijand van Israël met vreedzame middelen te verslaan. Wij 300 ondernemers.

Gisteren zag ik een baas een eerste tweetje posten. “Ben je #belastingadviseur #accountant of assistent van deze beroepsgroepen? Wij hebben genoeg mensen nodig. 

Eist jouw werkgever van jou een QR of vaccinatie? Welkom bij ons. Zie LinkedIn voor contactgegevens. Hou je sterk!” 

Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Deze man heeft het begrepen. Het goud staat op straat. 

Update! 

Liever droog dan slaaf.*

Deze column was nog niet droog, of die dekselse Friezen lieten precies zien wat er moet gebeuren.

Als de overheid en het lokale zwembad hun kletsnatte kinderen in de kou laten staan, zorgen zij zelf wel voor een warme kleedkamer. 

Niet alleen boos terug praten en “schande” roepen. Niet alleen filmpjes maken en de likes tellen, maar een echte kleedkamer, met een echte hijskraan, pontificaal recht voor de deur van het lokale zwembad neerplonzen. Dat is hoe het moet!

Zo droog je de overheid af. Zo zet je Hugo in zijn hemd. Vreedzaam, creatief, brutaal en ondernemend. 

Met een flinke dot elbowgrease. 

Ook het Vind Lokaal initiatief op Telegram is bemoedigend.

Mensen beginnen gelukkig uit hun slaapje te ontwaken. 

Net voor de donkere winter begint. 

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.

*bedacht door @RolandJanssen70

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Wat doen we nu wegkijken geen optie meer is?

Toen de fonkelnieuwe Wehrmacht, dwars tegen het verdrag van Locarno, na de annexatie van het Saarland, het Rijnland binnenstampte, zullen veel van onze opa’s en oma’s een misselijkmakend voorgevoel hebben gehad.

Dat de tumor van het Nationaal Socialisme zich zomaar kon uitzaaien over heel Europa, moet in het hoofd van veel vooruitschakers, een onvermijdelijke horrorgedachte zijn geweest, steeds bevestigd door de razende toespraken van de schuimbekkende Führer, die geen doekjes wond om zijn bedoelingen.

Het beest was verre van dood. En de kooi van Versailles stond wagenwijd open.

Toch liet het overgrote deel van onze opa’s, oma’s en hun leiders zich gewillig zand in de ogen strooien, met mooie beloftes en prachtige Olympische stadions, door de wonderlijke welvaart, de levensenergie en het zelfvertrouwen van het Duitsland van de jaren 30. 

Dat achter de facade van het opstormende Reich, concentratiekampen als Dachau werden gebouwd, vele duizenden useless eaters uit “mededogen” werden vermoord in het T4 programma, dat de Duitse Joden aan niets meer mee mochten doen dat het leven leefbaar maakte, dat ze in spotprenten en schotschriften werden weggezet als uitvreters en ziekteverwekkers, dat ze niet meer naar school mochten of zaken mochten doen en dat ze na de Kristallnacht de straten met tandenborstels moesten poetsen, daarvoor werd ook hier zó naarstig weggekeken, dat menigeen er behalve een stramme arm, een stijve nek aan overhield. 

Ondergedompeld in de beslommeringen van alledag, had men, zo vlak na de depressie, wel iets beters te doen dan op de Oosterburen te letten.

Strijders als Sophie Scholl en Dietrich Bonhoeffer waren in Duitsland dun gezaaid, Laat staan dat hier in het slaperige Nederland een tegenstem van betekenis hoorbaar was. 

De Anschluss met Oostenrijk verliep vreedzaam onder een boog van lentebloemen en juichende jonge blonde meisjes. En toen Chamberlain de Tsjechen uitverkocht, het Sudetenland werd “bevrijd” en de veldgrijze troepen met een grote grijns door de donkere wouden van Bohemen en Moravië ronkten, haalde de wereld opgelucht adem.

Het gevleugelde monster kon ongehinderd verder pikken in het rauwe vlees van Europa, terwijl degenen die haar tegen hadden kunnen houden, omstandig de metaalglans van haar verenkleed bewonderde.

“Peace in our time”, de opbrengst van het Britse verraad, zou maar een klein jaartje duren. En ook Molotov kon het beest maar kort afstoppen door half Polen op het offerblok te leggen. 

De wereldgemeenschap liet Hitler, ondanks alle voorgevoel, besmuikt begaan. Tijdens het huwelijk van Juliana en Bernhard werd in het Concertgebouw het Horst Wessel lied gespeeld. Hitler werd in 1938 nog tot Man of the Year gekozen door Time magazine en Predikant A. M. B. uit Brabant moest zich in 1939 voor de Haagse politierechter nog verantwoorden, omdat hij Hitler “een boef” had genoemd.

De artsen die het kwaadaardige gezwel hadden kunnen stoppen, bleven kleurige kinderpleisters plakken en lieve woordjes en bezweringsformules prevelen, waar alleen een chirurgisch mes nog uitzaaiingen had kunnen voorkomen.

Hitler zei er later het volgende over: “Wären die Franzosen damals ins Rheinland eingerückt, hätten die Deutschen sich mit Schimpf und Schande wieder zurückziehen müssen, denn die militärischen Kräfte, über die sie verfügten, hätten keineswegs auch nur zu einem mäßigen Widerstand ausgereicht” 

Vrij vertaald: “Het was bluf. Maar ze lieten me begaan.”

Ook al hadden velen een onbestemd voorgevoel dat de valse opmaat van de jaren 30 zomaar kon eindigen in symfonie van bloed en as, zij konden niet in de toekomst kijken. En daar mochten én zouden zij zich uitentreuren op beroepen.

Onze opa’s en oma’s konden met recht volhouden dat ze de golf van dood en verderf niet zagen aankomen, en van niets wisten toen het gebeurde. Dat ze niet konden voorstellen dat het zo erg kon worden en was. 

Hun leiders tastten in een comfortabel, vaak bewust gekozen duister als het ging om de desastreuze gevolgen van hun laconieke zwijgen en hun laffe politiek van pappen en nathouden.

En de Joden? Over hun lot kon men zich blijkbaar vrij gemakkelijk heen zetten. Zoals de meesten van ons de schouders ophaalden over de ontelbare onschuldige doden in Irak, Syrië en Afghanistan.

Onze opa’s en oma’s hadden een groot voorrecht waar wij ons niet op kunnen beroepen. 

Het prerogatief van de onnozelen.

Wij hebben die luxe niet. “Wir haben es nicht gewußt” gaat voor ons niet langer op. 

Wij zijn ervoor gewaarschuwd wat er gebeurt als je je ogen sluit, in plaats van de duivel recht in zijn gezicht te kijken. 

Wij hebben niet de luxe om te doen of onze neus bloedt, terwijl opnieuw een monster haar vleugels uitslaat en dit keer een schaduw werpt over de hele wereld. 

Wij zijn geworpen in een wereldwijde strijd, die echter met andere middelen wordt gevochten, dan met pantserstaal en gloeiend lood. 

Een strijd waarin ieder gewelddadig verzet averechts werkt en alleen de tirannen aan meer munitie helpt. Een oorlog waarin zelfs de kleinste vorm van agressie tot een Rijksdagbrand zal worden opgeblazen. 

Informatie, dat is het wapen van keuze. En ons geweten is het slagveld. 

Ons Goddelijke licht is hun oorlogsbuit. 

Oprukken door modder en land afpalen met prikkeldraad is niet het doel van deze strijd, maar twijfel, angst en angst zaaien in onze breinen. Het afstompen, tot willoze slaaf maken met wet en woord, het streven. Het doven van het vuur. 

Trollen, injecties, apps, en QR controleurs verdelen het krankzinnige slagveld van hoop en vrees. 

Hun pandemie is het strijdgas dat nog steeds door zoveel huizen kringelt, mensen verlamt, verdeelt en hypnotiseert en mensen ziende blind maakt. Het gifgas dat zovelen verlamt, die de angst allang voorbij zijn, maar zo moedeloos of medeschuldig heeft gemaakt, dat ze geen andere mogelijkheid zien dan mee te marcheren op de doodlopende weg naar een zekere horigheid.

Wij maken een nieuw soort oorlog mee, waarin verzet wordt verzwakt van binnenuit, door mensen en gemeenschappen tegen elkaar op te zetten; een satanisch schimmenspel waarin de kracht van de menselijke geest wordt gebroken tegen de rotsen van elkaars ongeloof. 

En toch ligt precies daar, in de kracht van onze menselijke geest, de kracht waarmee we dit monster gaan overwinnen. 

Zovelen van ons hebben nog het licht, dat zij niet kunnen doven, hoe hard ze ook blazen. Dat vuur moet oplaaien, vonken en naar elkaar overslaan. 

Stop met opkijken naar vijandige instanties, bedelen om fooien bij het rijk of wachten op menselijkheid bij duivels die kleine zeiknatte kinderen in hun zwembroekje de Novemberochtend in jagen omdat hun ouders geen QR code hebben. 

Stop met wachten tot social media figuren of politici jouw problemen gaan oplossen. Ga op zoek naar elkaar. Leg lijnen, vorm groepen, vind kracht bij echte mensen. 

Wij moeten dit zelf doen.

Ga samen wandelen of sporten. Geef elkaar werk. Vorm nieuwe bedrijven, nog voor de ontslagbrief op de mat valt. Zoek nieuwe manieren om aan voedsel en warmte te komen. Koop bij goede winkels en boerderijen en help elkaar de vloek van uitsluiting te verzachten. 

Breek de grenzen van jong en oud, van rijk en arm, van Moslims en Christenen. In deze strijd staan vrije mensen schouder aan schouder onder één hemel.

Begin vandaag. 

Zij rekenen op onze verdeeldheid. 

Wij rekenen op elkaar.  

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Ben je al klaar voor de grote rode truck die alleen jij ziet aankomen?

Ik hou er niet van om op mijn eigen site, mijn heiligdom, over de mRNA vaccinaties en het bizarre griezelcircus eromheen te schrijven. 

Ik hou het hier graag schoon, droog en geurend naar stervende viooltjes.

Schrijven over Covid en de rattenplaag die dat narratief in stand houdt, doe ik al genoeg op twitter net als vele anderen die doorgaans beter onderlegd zijn dan ik. 

Bovendien. De meesten van jullie zijn klaarwakker en nieuwsgierig naar alles wat erover wordt gepubliceerd. Dus wat moet ik jullie nog aan je neus hangen.

Toch is er één drukpunt, waar ik even zonder mooie krullen en slingers bij jullie op wil duwen. 

Denk even mee. 

Stel je staat midden op een snelweg met je vrienden en je geliefden 

en jij ziet als enige van de groep, door de mist, een truck die aan komt razen. 

Wat je ook doet of zegt, ze geloven je niet en ze blijven midden op de weg staan keuvelen. 

Jij springt net op tijd weg, kan misschien een of twee mensen half meetrekken naar de kant. 

Maar de hele weg ligt vol gewonden. 

Wat als jij straks de enige bent die ze kan helpen?

Heb je daar wel eens over nagedacht? 

Ik zie nu veel te veel mensen “in the know” tegelijk, massa’s alarmerende feiten en cijfers rapporteren die wijzen op iets imminent verwoestends.

Journalisten en opiniemakers die zolang ik naar ze luister eigenlijk altijd gelijk krijgen. Al is het vaak een jaar of twee later, als het te laat is: Adam Curry van No Agenda, Mike Moore van de Thomas Payne Podcast, Scott Kesterson van BardsFM en James Delingpole zijn er een paar van. 

Maar ook anders zo gedoseerde, keurige Christenvoorgangers roeren zich. Jack van der Tang en Paul Visser; Je moet hun preken absoluut geluisterd hebben. Niet alleen om hun ongekend scherpe boodschappen, maar ook om de wanhoop en het verdriet in hun stem. Deze nobele mannen vertellen geen sprookjes, ook al is hun God wellicht niet de jouwe. 

Allemaal waarschuwen ze op hun manier voor die vuurrode Mack truck met gele lichtjes en geitenhoorntjes op het metallic dak, van wie maar een enkeling de blazende toeters hoort.

En allemaal zien ze hele volkeren tegelijk midden op de snelweg staan, kromgebogen, met hun prikje in hun arm en hun mondluiertje op, die truck tegemoet schuifelen. 

Ik zie het ook. 

Maar tegelijkertijd, zie ik dat zovelen van ons, die de truck wél zien, nog geen idee hebben wat er straks van ons gevraagd gaat worden. Dat velen nog denken dat de tijd om ons voor te bereiden nog oneindig is of dat de chauffeur van de truck wel op het laatste moment de kant in zal sturen. 

Dat we iets doen, als we alleen op twitter een beetje meekwekken, de zoveelste leugenaar of troll ontmaskeren of één keer in de maand een rondje om de kerk in Amsterdam lopen. 

Helaas. Hopium is a bitch. 

Als de helft van de inktzwarte voorspellingen uitkomt, wordt straks van ons het onmenselijke verwacht. 

Wij zullen, als de tekens ons niet bedriegen, de overgrote rest moeten troosten en voeden, ondersteunen en hun lijden moeten verlichten. 

We zullen zoveel mensen moeten vergeven die ons belachelijk hebben gemaakt, voor gek verklaarden, uit hun leven verbanden of ons zelfs zorg wilden ontzeggen. 

Maar dat is wellicht nog het makkelijkste dat ons te doen staat.

Daarom is de tijd gekomen om steviger in je schoenen te staan. Geestelijk en lichamelijk. 

Of je nou 20 bent of 80. Ga bewegen. Maak je kop helder. 

Te vet? Rennen dikke! Niet morgen, vanavond nog. 

Vermijd blessures én het ziekenhuis, maar werk toe naar de best mogelijke conditie. 

Ga wandelen, zwemmen, boksen, dansen. 

Maar wat je ook doet, trek jezelf achter dat hypnotiserende beeldscherm weg, dat je het idee geeft dat je al iets doet. 

Pak een Bijbel of een ander mooi boek. Rust en leer. Word gezond, lichamelijk en geestelijk. 

Zorg voor een leeg hoofd en een volle kelder en medicijnkast. Zorg voor goede nachtrust. Stop nu met roken en te veel drinken.

Speelkwartier is voorbij. 

Zorg voor voldoende brandhout en leg contacten waarvan je weet dat je er in een crisistijd iets aan hebt. Tien op loopafstand. Honderd die je kunt bellen en duizend op sociale media.

Doe het nu. 

Ik bid dat ik straks, in mei 2022, keihard uitgelachen word om deze column. Dat de dreigende stofwolk met die twee gele lichtjes in de verte, vuurvliegjes zijn of vrolijk keuvelende fietsers in de nacht.

Maar vooralsnog vrees ik met grote vrezen.

Kom dus van je luie kont af. En doe het nu.

Als het niet nodig blijkt te zijn, ben je straks in ieder geval een beter, gezonder en gelukkiger mens geworden. En dan lach jij weer.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Ondersteun mij dan hier!

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Stop met slaafs gehoorzamen. We gaan punk nieuw leven inblazen.

P.A. Splashing Tovs Breda. Pluu. 1980. Ate. Coen. Eddy. Ik buiten beeld, zoals altijd.

Ik scheer mezelf één keer in de drie weken. Met een tondeuse.

Zo bespaar ik behalve een boel geld, flink op tenenkrommende gekwebbel van de kapper.

Alleen mijn kop moet er aan geloven, die moet kaal. 

De rest van het struikgewas mag welig tieren en krullen, de Chinese Naakthondenlook met olietjes en geparfumeerde lotionnetjes, dat is niets voor mij. 

De hele scheeroperatie is in vijf minuten gepiept.

Ik sta dan voor de spiegel met mijn oude Philips van de Blokker, die lawaai maakt als een boze elektrische heggenschaar.

Eerst zijn baard en gezichtshaar aan de beurt en daarna trek ik strakke banen van achter naar voren over mijn schedel. De kunst is om in zo min mogelijk stroken alles te verwijderen. 

Het gaat van links- en rechtsonder naar boven, tot er precies in het midden een smalle verheven baan overblijft. 

Een bejaarde para van de 101st Airborne staart me dan een moment aan vanuit de spiegel.

A man can dream.

Robert de Niro uit Taxidriver. “Are you talking to me?”

Maar ik kijk vooral recht in het gezicht van de geesten van mijn verleden. 

Terug in de tijd waarin we niet lamlendig op de bank bleven zitten, ons niet langzaam lieten slopen door vazallen van de macht. Niet lieten piepelen door de eikeltjes van de klas door welke leraar of oom agent dan ook. We hadden schijt en zij waren doodsbang. Ook al waren we amper 16 jaar.

Het was de tijd dat we op onze eigen explosieve manier in opstand kwamen tegen de verrotte uitzichtloze tyfusmongolen-maatschappij die ze ons op wilden dringen. 

Een tijd net als nu.

Maar nu is het stil. Te stil.

Ik wil die geest van 40 jaar geleden terug, toen we op onze eigen manier, in een explosie van autonomie en creativiteit vochten voor onze vrijheid en ons leven. 

De tijd dat ik met Eddie en Coentje, Ate, Jeroen, Patrick, Walter, Niels, Hugo de straten van Breda onveilig maakte en iedereen een straatje voor ons omliep. 

Eddie, onze zanger, met een dode muis, platje, op zijn jas geprikt, zijn broek steevast opsierend met de snuitsels van zijn bloedneuzen én bovendien de eerste scheurbuikpatiënt van Breda in 300 jaar, omdat hij een jaar lang alleen palingworst at. Kleine, bleke, gebeeldhouwde Ate, een cherubijntje, met zijn te grote zwarte jas en zware kettingen en twee snaren op zijn gitaar. Patrick, de snelste drummer van de stad. Ik mis het.

Wij waren Punkers. 

Echte. 

De tweede generatie, na pioniers, zoals Diana Ozon, de Rondo’s, de Ex en de briljante Dr Rat. 

De generatie die Max Matkiel vereeuwigde in zijn fotoboek Paradiso.  

Wij waren niet links zoals die rooie Amsterdammers. Maar ook niet rechts, wij waren helemaal niet politiek, maar van helemaal niemand. Kwaad op iedereen. Knokkend tegen alles, inclusief onszelf en ons lichaam, dat we met liefde mishandelden, doorstaken en uitmergelden. 

Maar vooral tegen de saaie burgerlijkheid. De landerige truttigheid, de eindeloze verveling, de uitzichtloze werkeloosheid en een bom die ieder moment kon vallen. 

Anarchisten 14+

We maakten onze eigen kleren en sieraden. Sliepen in kelders en telefooncellen. Schoren en beschermden elkaar.

We begonnen punkbandjes, voor we ook maar één noot konden spelen. Met gitaren waarop net zoveel snaren lagen, als je kon stelen; desnoods uit een piano, het donderde niet. Als er maar een gruwelijke herrie uit kwam. 

En al konden we niets. We stonden wel in het Paard van Troje en de Stokvishallen, onze longen uit ons lijf te krijsen in het voorprogramma van MDC, de favoriete band van Kurt Cobain. We trokken een spoor van puin en herrie door het hele land.

De afgrijselijkheid van de tijd, maakte dat wij onze eigen gemeenschap creëerden, waar de burgertjes doodsbang voor waren. Een herkenbare wereldwijde gemeenschap, waar je altijd terecht kon, altijd welkom was en altijd kon blijven slapen of eten, overal in Europa. 

We staken als een nest fel gekleurde horzels af tegen de grijsheid van de tijd. 

En niemand deed ons wat. 

Steeds langer aarzel ik voor ik mijn mohawk afscheer. En steeds vaker vraag ik me af of de tijd niet gekomen is om die hanenkam door te laten groeien, vuurrood te verven met lakverf en deze in spikes op te steken naar de hemel.

En misschien doe ik dat ook wel. Dat zullen de buurtjes in het Spiegel vast dolletjes vinden.

In ieder geval gaan wij, vijftigers, maar weer een band beginnen; Patrick en ik. 

Omdat de jeugd van nu liever gehoorzaam in de rij staat voor testjes, met mondluiertjes door schoolgangen schuifelt of zich laat betalen om met blote tietjes voor het klimaat te demonstreren.

Onze punkband gaat Frikandel heten. 

Want iemand moet het goede voorbeeld geven. 

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Je kunt mij hier ondersteunen.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Fluit de dictatuur terug! Morgen 12.00 uur. Dam. Amsterdam.

And the light shineth in darkness; and the darkness comprehended it not. John 1:5

Vandaag doen we het even anders. Geen mooie volzinnen, geen gesuikerde constructen. 

Ik ga de zweep laten knallen. 

Continue reading

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Mein Kampf wel. Olga niet?

Niet iedere schrijver heeft blijkbaar een duivels genoeg karakter, om door Boekhandel Los geboycot te worden. 

Jan Dijkgraaf noemde mijn schrijfstijl ooit, “gestolde woede”. 

Ik heb dat altijd prachtig gevonden. “Gestolde woede”. 

De ijzeren nasmaak van een wraak die ijskoud en tergend traag wordt opgediend en stolt aan de lepel als frituurvet in de sneeuw.

Nu, jaren later, twee dochters verder, de zachte wijsheid van de ouderdom, en de Here Jezus, die mijn pad kruiste en mij de weg toonde, ben ik een milder mens. Vooral voor mijn vijanden. 

Maar dat betekent niet dat ik door iedere droogstoppel met me laat sollen. 

Ga in dat kader mee op boekenavontuur naar Boekhandel Los te Bussum, gelegen aan de rand van mijn reservaat, het Spiegel, de lommerrijke wijk waar de NSB zo welig tierde. 

Maar eerst een inleiding. 

Als niet wufte, ongesubsidieerde, cis gender man die zijn piemel met alle toebehoren nog heeft, is het dichterschap een kwetsbaar pad om te lopen.

Je geeft je bloot tot in de bilspleet van je hersens. Open voor ieder gif, voor alle venijn.

Maar dat viel even tegen.

Mijn debuutbundel Olga is nu bijna een maand uit. En de vele reacties zijn me eerder te ontroerend, te eensluidend lief. 

Zo positief dat ik langzamerhand snak naar dodelijke kritiek en onredelijk vals geschamper. 

Zo makkelijk mag het dichterschap niet zijn! 

Ik snak naar het lijden van de jonge Werther. Het boeren onbegrip.

Er moeten toch auteurs, recensenten, journalisten te vinden zijn die het boekje vreselijk vinden. 

Kitsch! Anton Pieck! gestoord, lelijk, amateuristisch of erger nog… …“leuk”. 

Maar zelfs Peter Breedveld, doorgaans de man met de scherpste zaag tussen mijn stoelpoten, doet er het zwijgen toe.

Zou het dan toch een kutboekje zijn? 

Er moet toch een Volkskrant,Trouw of VPRO redacteur te vinden zijn die Olga met jurk en al door het riool wil spoelen? 

Genegeerd worden is pijnlijker dan verbrand te worden op de BebelPlatz. 

Maar ter zake.

In het kader van de zelfpromotie en de ongezouten mening van een boekenprofessional, trok ik gisteren welgemoed op pad om bij de lokale tempel van het geschreven woord, Boekhandel Los, eens te informeren of ik, als beginnend schrijver die drie straten verderop woont, een paar exemplaren van Olga in de winkel mocht leggen. 

Er zijn nu eenmaal buurvrouwen die liever door de machtige binnenstad van Bussum flaneren, dan online te bestellen. En wie, zo dacht ik, wil er niet gezien worden terwijl je met een Russische prinses de mooist bordeauxrood geverfde winkel van Bussum uit schrijdt?

Ik werd door een magere jongen met een dikke bril achter een nog dikkere plexiglas ruit gewezen op de baas, gezeten achter een soort glazen loket. Ik erheen. 

Ik zal de baas niet pakken op zijn priemende middenstandsoogjes en de onverdraaglijke hautaine uitstraling van een “Bussums intellectueel”, een eenoog, dus koning van een cultureel wasteland waar Saskia Noort en Ilja Gort worden gezien als grote schrijvers en Ozcan Akyol wordt gevierd als de Rebel des Vaderlands. Zo ben ik ook weer niet.

Een curieus gesprek ontspon zich.

“Hoeveel korting krijg ik?” Was de eerste vraag van Cor. Nog voor iets van Olga gezien te hebben, wier omslag op de site van het boekenhuis even later tot een goedkeurend geknor leidde.

“Kan ik het boekje inzien?”

“Ik kom het morgen brengen.” 

“Ok, tot morgen.”

Vandaag was het morgen.

Dus pakte ik Olga bij haar hoedje en ging goedgemutst op weg, legde Beer, mijn hond aan de ketting liep het heilige der heiligen binnen. 

Cor stond midden in de winkel, het werk van Kluun, Martijn Krabbé en ander hogere literatuur kaarsrecht te zetten.

Ik overhandigde hem trots mijn prinses in hardcover.

Maar de sfeer betrok meteen. 

Hij keek naar de prinses alsof ze in haar onderbroekje had gepiest.

“Ik heb je even gevolgd op twitter.” Zei Cor alsof hij me betrapte op een knipselmap vol kinderporno.

“En wat ik daar las, daar werd ik niet blij van.

Dus hier is is je boekje terug, ik wil het hier niet hebben”.

Zonder ooit een woord er in te lezen.

Ietwat uit het veld geslagen vroeg ik Wiersma of hij de inhoud van een dichtbundel soms kan beoordelen aan de hand van de mening van de dichter?

Dit ten overstaan van enkele kakmadammen, duidelijk niet gewend aan enige stemverheffing, die geschokt opkeken uit hun Linda’s. 

Ook Wiersma was ook wat uit het veld geslagen. Onrust moet je niet hebben. Dat is bad for business.  

En Olga kreeg dus wederom niet een recensie, waar ik zo op had gehoopt, maar ik zelf. Een bar slechte.

Geen plek voor mij in het rijtuig der deugdzaamheid.

Nu is het uiteraard het goed recht van Cor Wiersma om mij alles te weigeren* wat hij maar wil.

Het is en blijft zijn winkel. En hij is een God in het diepst van zijn stellingkasten. Hoe los van God dan ook.

Maar het verbaast mij wel dat mijn Kamp van Adolf Hitler, de autobiografie van Mussert, de zelfgeschreven geschriften van Lenin en Stalin en de boeken van Richard Klinkhamer, die toch zijn vrouw vermoordde, gewoon op voorraad liggen bij die chique Boekhandel Los te Bussum.

Blijkbaar ben ik een slechter mens dan de Führer.

Het wachten blijft op de eerste echte recensie voor Olga. 

Wie maakt me los?

*U kunt Olga overigens wel gewoon bestellen bij Boekhandel Los, ze mag alleen niet in de winkel liggen. “Erst kommt immers dass fressen, dann die moral”. Berthold Brecht kende Wiersma blijkbaar al wat langer.

Van de boekhandel moet ik het dus niet hebben!

Maar gelukkig zijn jullie er. Vind je mijn werk mooi, goed of zelfs belangrijk? Je kunt het hier ondersteunen.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

We mogen ons niet langer laten misbruiken als handpopjes van de macht.

Gisteren was het weer zo ver. Het zoveelste twitteroorlogje, met meninkje tegen meninkje. Beledigingetje tegen doodswensje, verontwaardigingtje tegen geschoktheidje.

En het ergste is. 

Ik deed er nog aan mee ook.

Basta. 

Het is tijd om ons te realiseren dat als we onze bajonetten op elkaar blijven richten, we alleen maar inspelen op de perfide agenda van de kracht die we eigenlijk moeten aanspreken.

En die macht is niet de dwalende lul die iets doms zei op het stompzinnige Facebook.

Dat is niet die boze huisvrouw met een spuit en een regenboog in haar twitterbio.

Niet die dwalende toetsenbordridder, die ’s nachts ligt te woelen over zijn twijfels en worstelt met zijn geweten. 

Niet dat borderline meisje die uit ongeluk en eenzaamheid ook maar wat uitkraamt, als ze in Godsnaam maar ergens bij mag horen. Of die ijzeren Hein, die doodsbang klem zit zit in de echokamer van zijn eigen gelijk; met zijn bordje diepvriesspinazie op zijn knieën woest berichtjes tikkend en endorfine beloninkjes scorend door likes en hartjes. 

Wij gedragen ons keer op keer als marionetten. En degenen waar we onze kritiek en ons vilein op zouden moeten richten, zijn de poppenspelers; de cynische intriganten, die boven onze hoofden alles doen om ons te verdelen en tegen elkaar op te zetten, als Hutu’s tegen Tutsi’s.

Ze leggen de machetes voor ons klaar. 

Ze maken onze geestjes rijp.

Ze zijn heel goed in wat ze doen.

Wij zijn hun soldaatjes, hun kemphanen, hun vechthonden. 

En zolang we met boze koppen en geslepen rieken tegenover elkáár staan, ontspringen zij de dans.

Divide et impera.

We kunnen niet langer vanuit onze modderige loopgraven op elkaars kop blijven mikken. De ene met een punt op zijn hoofd en de ander met een platte helm, We mogen niet opnieuw dezelfde fouten maken. En miljoenen doden verder met een half gezicht naar huis terugkeren. De ene naar Frankfurt, de ander naar Liverpool. 

Terwijl de aanstichters altijd veilig buiten schot blijven, sigaren rokend in hun Chesterfields.

Zou er één frontsoldaat uit de “Frische Frölige Krieg” zich hardop hebben afgevraagd waarom er een miljoen mannen moeten sneuvelen aan de Somme, omdat ene Gavrilo Princip, één aartshertog Frans Ferdinand naar de andere wereld hielp?

Waarschijnlijk wel, miljoenen keren. Maar in stilte, moedeloos mompelend bij de bunkerkachel of in bed bij moeder de vrouw, het houten been leunend tegen de sponde.

Als we nou eens buiten die kooi konden kijken, die ring waarin we geplaatst zijn om elkaar af te slachten.

Als we onze stemmen nou eens zouden gebruiken, zoals Joshua werd opgedragen, toen hij voor de poorten van Jericho stond.

Eén overdonderend gejuich uit alle kelen… 

…en alles is binnen zeven dagen anders. 

Vind je mijn werk mooi, goed of zelfs belangrijk? Je kunt het hier ondersteunen.

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Nederlander. Kom van je reet af.

Het enige van ons door God gegeven lichaam dat nog perfect werkt, is ons mondje.

We kunnen geweldig klagen en vragen, perfect oordelen en veroordelen. We weten dondersgoed wat een ander moet. En als iemand pijn heeft, posten een we een hartje of een huilende smiley. Echt?

Continue reading

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!

Laat je niet cancellen! Händel nu!

Waarom het hoog tijd is voor een “Offline Blockchain Schatkamer” voor onze cultuur.

Hoe briljant de schuinsmarcheerder ook schilderde, boetseerde en beeldhouwde, Paul Gauguin kan tegenwoordig “echt niet meer”. Affaires met te jonge dames komen je anno 2021 op een permaban te staan. Iets beter vergaat het Nabokov, die eigenlijk al vanaf de publicatie van Lolita, bij het altoos fronsende deel van de “intellectuelen” met argusogen wordt bekeken, maar wiens werk je nog relatief veilig kunt prijzen. Recenter ging de briljante filmer Roman Polanski definitief voor de cancel-bijl. En dan hebben we het nog niet over Leny Riefenstahl, we don’t even go there.

Allen waren het ondanks hun “liefhebberijen”, in mijn ogen grote kunstenaars, die werden afgerekend op hun perversies, overtuiging en voorkeuren. Over de terechtheid daarvan -de koppeling van de waarde van grote kunst, aan het waardeloos gedrag van de artiest- kun je oeverloos discussiëren.

Hoe groter de geest, hoe groter het beest.

Feit is wel dat deze heren en dame tenminste iets “verkeerds” deden. Of tenminste iets déden.

Continue reading

Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!